Over 'Onklare taal'

'Onklare taal' is de verzamelnaam van diverse tekstprojecten van mijn hand. Dit is de poëzieafdeling daarvan. Hier kan je zowel de laatste nieuwe gedichten als ook een selectie van oudere gedichten vinden. De weg een beetje kwijt? Deze link brengt je terug naar de homepage van 'Onklare taal'.

Overigens kan je hier gratis mijn poëziebundels downloaden in PDF-formaat: 'Epicentrum' (2012), 'Synaeresis' (2012), 'Subductie' (2013), 'Enceladus' (2015), 'Volterra' (2017), 'De snelheid van de duisternis' (2019) en 'Indiscrete wiskunde' (2021). Behalve 'Synaeresis', dat één verhalend gedicht is in twee delen, bevatten de anderen telkens een 30-tal geredigeerde en zorgvuldig geselecteerde gedichten, met duiding en een nieuwe indeling. In 2020 verscheen mijn debuutroman 'Fragmentariërs'. In 2023 bracht ik de opvolger 'Constellatie' uit.

donderdag 16 juli 2015

Een verhaal van twee gestoorden (III)

De farao

In het voorjaar werd het hele marketingteam voor een protserig evenement naar Parijs gehaald. Hypher had een dikke portefeuille en liet de financiële spierballen rollen om te tonen aan de “petits belges” met wat voor klassevolle broodheren we te maken hadden. We verbleven in een viersterrenhotel en woonden dikdoenerige presentaties bij in een rococo-zaal die versierd was met Venetiaanse maskers. De presentaties waren als vanzelfsprekend saai en bij tijden gênant. De dieptepunten waren een Londense sales die door zijn zenuwen plots enorm hoog en provinciaal begon te spreken, en een dikke Duitse consultant die ruim een halfuur overtijd ging met zijn ingewikkelde speech. We leerden ook onze Franse marketing-collega’s kennen, een reeks parmantige dames die intrige en kantoorpolitiek uitademden.
De Hypher-groep werd geleid door haar oprichter, de 77-jarige Jean-Charles Duval. Duval kon gerust doorgaan voor 57. Hij was een scherpzinnige, in klassieke maatpakken geklede man met een flair voor retoriek, een man die je automatisch vousvoyeerde. In het kantoor waar hij zijn gasten ontving, dat in een ander gebouw was dan waar het dagelijkse werk doorging, stond in de schaduw van de Arc de Triomphe. Alles was er in klassiek Egyptische stijl, met omineuze vazen in nissen, sarcofaag-achtige lijsten rond de liftdeuren en scarabeeën op de deurknoppen. Er was zelfs een geheime gang die naadloos in de muur overging en die leidde naar een toilet. Aan de receptie zaten twee Arabisch uitziende dames die tweelingzussen leken.
Duval kwam de dag na de receptie in de protserige Venetiaanse hallen de marketingvergadering “toevallig” opluisteren. Iedereen moest zich kort voorstellen. Daarna speechte hij grootvaderlijk over de veranderingen aan de horizon van Hypher Financial Solutions, het aanboren van nieuwe markten en de risico’s van zaken doen in landen als Rusland.
“… par exemple, qui parmi nous sait parler russe?” eindigde één van zijn zinnen.
Ik stak m’n hand op.
“Eh, bien, moi je parle un peu de russe.”
Duval had duidelijk niet verwacht dat er iemand zou antwoorden op die retorische vraag. Hij keek me aan alsof ik een spook was.
“Ce n’est pas ça que je voulait dire.”
“Vous savez, monsieur Duval, Anton est très précieux pour nous,” zei Bertrand zalvend, alsof ik de lokale Forrest Gump was die met de “speciale” bus naar het werk gevoerd werd.

“You know, I have a theory about Duval,” zei ik tegen Alexandre toen we nadien koffie dronken en in losse groepjes in een rokerig zijlokaal stonden.
“Tell me.”
“I think Duval is immortal. He’s a lich lord.”
“Why?” lachte Alexandre.
“Consider this: the entire building is decked out in the style of Ancient Egypt, he himself is supposed to be nearly 80 but he talks, moves and thinks like someone in his fifties. As far as we know, he founded the company, but nobody from that time is probably still alive, or they’ve all retired.”
“Or he claimed their souls,” bood Minh aan, die stond mee te luisteren.
“Maybe,” gaf ik toe, “so for all we know, he might have already looked like this in the ‘60s.”
“Well, if he’s a lich lord, what’s his phylactery?” vroeg Alexandre.
Ik maakte een handgebaar.
“Isn’t it obvious? The cloud. What better way to remain immortal? The cloud can’t be destroyed, it can’t be stolen and it’s all-encompassing. What better way for an immortal Egyptian pharaoh to keep his immortality? Also, the company’s name is Hypher. Why the ‘ph’ in there? What about Hypharaoh, hmm?”
“Jij hebt te veel fantasie, Anton,” zei Benoît. Zijn mond lachte niet, maar zijn ogen wel.
“Ik weet het.”

In de komende maanden werd de bedrijfscultuur stap voor stap Franser. Duval zette zijn mannetjes op belangrijke posities. De barons de Horvath en de Coninck kwamen steeds minder vaak langs en naderhand bleven hun riante burelen leeg. Frank Legrand, de voormalige CEO, werd eerst gedegradeerd en verliet toen zelf het bedrijf. Alleen walnootman Bertrand bleef dapper stand houden. Die verdienste moest iedereen hem nageven: in tegenstelling tot alle andere diensten bleef marketing geleid worden vanuit Brussel in plaats van Parijs.
De samenwerking met de Franse teams verliep stug. Giuliano kloeg dat de dames Françaises zelfs de simpelste wetten van het grafisch design niet begrepen. Lara had het gevoel dat ze haar opzadelden met allerlei lastige karweien die ze zelf niet wilden doen, en de meeste anderen kloegen over hun gebrek aan respons. Van mijn kant werd ik belaagd met verzoeken tot vertalingen van slecht geschreven Franse teksten. Benoît ging er uiteindelijk mee akkoord dat ik die teksten in hun Engelse versie zou herschrijven. Ik schreef taalrichtlijnen die dode letter bleven omdat Benoît geen jurisdictie had over de Parijse teams en het Bernard niet interesseerde om hen daar in toom te houden.
Het klapstuk van de Franse slag die nu steeds sterker heerste over Hypher, was de lancering van de nieuwe website onder auspiciën van Henri. In een zweterige computerruimte werkten Giuliano, Lara, Géraldine, Minh en ik zelf ons uit de naad om die op twee dagen tijd online te krijgen, terwijl de enige Franse collega die er bij aanwezig was, haast niets deed. Het één en ander lag ook wel aan Henri, die duidelijk holder de bolder en zonder plan was begonnen aan de lancering.
Na de frustrerende eerste dag was er spontaan crisisoverleg. De Française was al lang vertrokken omdat die een trein moest halen.
“Why is there only one French person involved for the French version?” vroeg een boze Lara.
“Henri, honestly, I’m not sure why Belgium has to do nearly all the work for both versions,” zei ik.
“Guys, really,” zei Henri, “if the French version has to be uploaded entirely by the French team, it will take at least two weeks, and we have deadlines to meet.”

“Ja, en daar worden wij mooi het slachtoffer van!” stoomde Lara nadien op de metro tegen mij. Lara had een temperament. Dat kwam gratis bij haar ontwapenende eerlijkheid. Net als haar collega Géraldine was Lara een grote vrouw met bruin haar, stevig van bouw maar niet dik, en iemand die van aanpakken wist. Waar Géraldine zich soms echter terugtrok achter een lijzig masker, was Lara een open boek.
Lara was wat men in hippe middens mijn “work wife” noemt, een collega van het tegengestelde geslacht met wie je veel dingen samen doet zonder dat er sprake is van meer dan een Platonische band. In die periode was ik bezig wat in het rond aan het daten zonder succes. Lara’s vriend was een Costaricaanse bioloog die ze had leren kennen op Erasmus in Spanje, een fort van een man met een zachtmoedige blik.
“Maar wat kan Henri anders doen?” wierp ik op, “Hij heeft een punt.”
“Dat is de verkeerde oplossing, toch? We proberen nu een workaround te verzinnen rond de incompetentie van Parijs, terwijl die madammen al lang op de keien hadden moeten liggen.”
“Daar kan Henri niets aan doen. Dat is de verantwoordelijkheid van Bertrand.”
Bertrands naam was haas, echter. Klachten over een gebrek aan vlotte samenwerking of twijfels over de competenties van de Parijse collega’s werden door hem met een mild soort amusement onthaald, alsof er dingen waren die we niet wisten.

In de loop van 2013 kreeg ik van Benoît en Bertrand een nieuwe opdracht. Benoît sprak altijd zwaarwichtig over een “mission” (hij bedoelde eigenlijk gewoon “taak”), alsof ik met gadgets en in dure sportwagens naar een exotische plek zou gestuurd worden. Sinds de oprichting van Hypher Financial Solutions hadden we er namelijk ook in het Verenigd Koninkrijk een marketing-appendix bij gekregen, en Bertrand kreeg moeilijk zicht op wat er daar allemaal gedaan werd. Dus, omdat ik van het Brusselse team veruit het beste Engels sprak, werd ik erop uit gestuurd om in Londen een dag samen te zitten met de lokale marketing manager, Maccha Chag, en zijn ondergeschikte, Kevin Waters. Ik mocht mijn komst “zeker niet” op “spionage” doen lijken, maar natuurlijk was het dat wat Chag en Waters in onze e-mails onmiddellijk leken te vermoeden.
In Londen zijn, nadat ik er voor het laatst in het begin van 2012 geweest was, riep herinneringen op. Maar ik was er niet om nostalgie te voelen naar de lange-afstandsrelatie die ik had gehad met een Engelse. Ik moest er zijn in het hart van de stad, the City of London, die stadstaat binnen een staat, waar bijna iedereen zwarte pakken of mantelpakjes droeg en de gebouwen een corrupte statigheid uitademden van de haute finance.
Chag en Waters ontvingen me hartelijk maar sceptisch. Chag was een gedrongen, kikker-achtige man met een ingedeukt achterhoofd en een bril. Waters zag eruit als een archetypische Brit: slecht gebit, ogen die zijn achternaam volledig recht aandeden, en slap blond haar dat als nat stro over zijn schedel viel. Om de één of andere reden kon ik me Chag erg goed dood voorstellen.
De vergadering bleek al bij al vrij productief. Chag voelde me uitgebreid aan de tand over mijn marketing-ideeën en –ervaringen. Voor het eerst in een jaar had ik het gevoel dat ik echt ernstig werd genomen. We praatten over de uitdagingen die Hypher had op het vlak van marketing: een cohesieve visie uitwerken, de details kunnen benoemen, geïntegreerde campagnes opzetten, en zo verder. Ik luisterde naar hun bezorgdheden en probeerde diplomatisch die van Benoît en Bertrand over te brengen.
De dag nadien briefte ik Bertrand en Benoît uitgebreid per e-mail. Er was een concrete lijst met actiepunten opgesteld voor zowel Londen als Brussel, en ik toog met hernieuwd enthousiasme aan het werk. Het zou een maat voor niets blijken.

Verder naar deel vier.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten