Over 'Onklare taal'

'Onklare taal' is de verzamelnaam van diverse tekstprojecten van mijn hand. Dit is de poëzieafdeling daarvan. Hier kan je zowel de laatste nieuwe gedichten als ook een selectie van oudere gedichten vinden. De weg een beetje kwijt? Deze link brengt je terug naar de homepage van 'Onklare taal'.

Overigens kan je hier gratis mijn poëziebundels downloaden in PDF-formaat: 'Epicentrum' (2012), 'Synaeresis' (2012), 'Subductie' (2013), 'Enceladus' (2015), 'Volterra' (2017), 'De snelheid van de duisternis' (2019) en 'Indiscrete wiskunde' (2021). Behalve 'Synaeresis', dat één verhalend gedicht is in twee delen, bevatten de anderen telkens een 30-tal geredigeerde en zorgvuldig geselecteerde gedichten, met duiding en een nieuwe indeling. In 2020 verscheen mijn debuutroman 'Fragmentariërs'. In 2023 bracht ik de opvolger 'Constellatie' uit.

donderdag 9 juni 2016

Gert wil neuken (II)

Palen en waardigheid

Een disco-outfit had Gert niet en dat was maar best ook. Hij had zich op voorhand met twee pintjes ingedronken voor hij naar de uitgaansbuurt trok. Het was al enkele maanden geleden sinds hij er nog geweest was en hij was eigenlijk nooit echt uitgegaan om vrouwen te leren kennen, laat staan om te zoeken naar seks. Daardoor voelde hij zich in alle betekenissen van het woord lullig, maar hij had nu eenmaal de opdracht gekregen van Clara en Quint en hij wilde zich niet laten kennen. Dat was zijn stijl niet.
Hij had al even staan praten met een kennis van vroeger, een promotor van kleine rockoptredens die elk café van de stad van binnen en buiten kende en altijd wel goed was voor amusante anekdotes, maar al snel vervelend werd. Gert stond nu buiten en rookte een sigaret. Hij rookte enkel als hij uitging en binnen was het daar toch weer een zweetkeet van jewelste. Onwillekeurig volgde hij een conversatie mee. Aan een krakkemikkig tafeltje buiten zat een jonge vrouw met een hipsterbril en rood haar duidelijk te maken aan een man voor haar dat hij moest oprotten.
“… en nee, ik ben echt niet onder de indruk dat je Spaans spreekt,” zei ze.
Gert moest lachen. De vrouw en de man keken naar hem.
“Sorry,” zei Gert, “ze heeft wel een beetje gelijk. Spaans is lelijk.”
“Allez,” zei de man welgemutst. Hij trok Gert dichter en fezelde iets onverstaanbaars in zijn oor.
“Wat?” herhaalde Gert.
“Zo denkt ze dat we over haar praten en daar wordt ze onzeker van,” fluisterde de kerel.
Gert trok zich terug en trok een gezicht.
“Is dat zo geen tip van van die seminaries om vrouwen in bed te lullen?”
“Ja!” glunderde de man, die meende een broeder gevonden te hebben.
“Gast, komaan.”
Gert draaide zich naar de vrouw.
“Sorry voor het storen.”
“Je stoort niet,” zei ze, “Hij wel.”
Nog steeds glunderend zette de andere man een paar passen achteruit en knikte hij Gert toe alsof hij wilde zeggen: “ze is van jou nu.”
Gert zei niets tot de man weer binnen was.
“Wel, dat was een rare vogel.”
“Wat een idioot,” zei de vrouw laatdunkend, “Heb je vuur?”
Gert haalde zijn aansteker boven.
“Mja,” zei hij slechts. Hij keek haar aan. Ze had een expressief gezicht en haar haar stond wild. Ze was een klein beetje aan de zware kant, maar ze had uitstraling. Zou dit het kunnen zijn?
“Wat is jouw verhaal, vriend?” vroeg ze aan hem.
“Mijn verhaal? Wel, wat is je naam?”
“Patsy.”
Gert glimlachte en opende zijn mond om iets te zeggen, maar ze was hem voor.
“Maak geen ‘Ab Fab’-grapjes alsjeblieft.”
“Sorry. Het is een naam die je niet vaak hoort.”
“En hoe heet jij?”
“Gert. Niet van Samson. Dat heb ik ook al vaak gehoord.”
Dat was niet helemaal waar, maar hij wilde toch iets meer een band scheppen dan het afschepen van een opdringerige versierder.
“En wat heb je te vertellen?”
Gert nam een slok van zijn glas wijn en een trek van zijn sigaret.
“Te weinig,” zei hij naar waarheid. Ze lachte.
“Eerlijk. Maar een beetje zielig.”
“Het is moeilijk om op zo’n vraag te antwoorden, weet je. Dat is zoals iemand je vraagt om eens iets grappigs te vertellen. Kan jij dat dan wel?”
“Meestal. Maar het is inderdaad geen makkelijke vraag. Ik ben geen makkelijk persoon.”
“Ik ook niet.”
“Je bent single?”
“Ja, maar niet specifiek op zoek.”
“Dat is goed, want hier ga je niet veel vinden,” voorspelde ze.
“Waarom denk je dat?”
“Gewoon, het is niet het soort avond. Tenzij misschien binnen een paar uur als iedereen zat is.”
“Maar dan ben ik ook zat en dan kan ik helemaal niets meer.”
“Moeilijke keuzes!” zei ze dramatisch, “Maar ik geef je een goeie kans. Je lijkt me een leuke gast.”
“Dat is lief,” zei Gert. Bedoelde ze nu een kans bij haar? Voordat hij die gedachte helemaal kon laten afwerken, dook er een nieuwe man op tussen hen in, een boomlange zwarte gast die uitstekend gekleed was.
“Weer vrienden aan het maken, Patsy?” vroeg hij.
“Dat is Gert. Hij redde mij van een opdringerige lul terwijl jij binnen was en je meisje achterliet.”
“Dank u, Gert,” zei de man, waarop hij een wat verbouwereerde Gert een hand gaf, “En doe niet zo. Je kan zelf van je afbijten.”
“Ik denk ook dat ze mij niet nodig had,” zei Gert. Was hij nu zijn own-goal nog erger aan het maken?
“Wij gaan eens terug naar binnen,” zei Patsy  toen, “Tot later, Gert!”
En toen verdwenen ze in de massa.

Enkele uren later was er gewisseld van DJ en Gert stond in de menigte mee te deinen. Er werd al binnen gerookt en de vloer plakte. Hij kruiste enkele keren de blik van een vrouw. Hij schatte dat ze een paar jaar ouder was dan hem. Ze had mooie ogen. Toen ze vlak bij elkaar stonden sprak zij hem eerst aan. Gert was al wat boven zijn theewater maar nog solide genoeg.
“Ik ga graag alleen uit. Om te dansen!” zei ze in zijn oor, en ze glimlachte. Hij knikte.
“Ik ook,” zei hij, niet helemaal naar waarheid.
“Ik heb een man, weet je,” zei ze na enkele tellen.
“Aha.”
Even verderop slingerde een dronken man zonder hemd aan zich rond één van de palen op de dansvloer. Zijn vrienden oehden en aahden en enkelen floten.
De vrouw tikte terug op zijn schouder.
“En ik ben trouw aan hem!”
“Ok,” zei Gert, die zijn interesse in haar eigenlijk al na twee zinnen verloren had. Waarom zei ze dit soort dingen ook? Hij begreep het niet echt.
“Kan jij dat ook?” vroeg ze aan hem, gebarend naar de paal. Gert lachte.
“Beslist niet. Ik heb geen zin om mezelf belachelijk te maken.”
“Als jij het probeert, dan ik ook!”
Gert leegde zijn glas en overwoog het.
“Komaan! Het is mijn verjaardag!” zei de vrouw.
“Dat geloof je toch zelf niet,” riep hij terug in haar oor.
Ze prutste in haar handtas en haalde er na wat gevis, gebots en ritmisch gebaren dat door moest gaan voor iets halverwege tussen dansen en pantomime, haar identiteitskaart uit.
“Godverdomme,” zei Gert toen ze de kaart in zijn gezicht drukte. Het was inderdaad haar verjaardag.
“En jij gaat alleen uit op je verjaardag?” vroeg hij toen.
“Mag ik niet misschien?”
“Ik… het is gewoon een beetje bizar, maar als het je blij maakt…”
Weer enkele tellen de muziek die de overhand nam.
“Ga je nu nog aan die paal hangen of niet?” schreeuwde ze toen in zijn oor.
Fuck, waarom niet, dacht Gert toen. Hij knikte en zwom door de dansende, joelende massa naar de paal, waar nu niemand rond hing. De vrouw volgde hem.
“Hier gaan we dan,” dacht hij, terwijl hij met zijn linkerhand de paal vastgreep, er een half rondje rond slingerde, veranderde van hand en zich toen zo goed en zo kwaad als hij kon voorstelde dat het een persoon was waar hij zich om heen moest krullen. De vrouw applaudisseerde, duidelijk geamuseerd, en liet hem een slok nemen van haar wijn. Wat was dit voor een vreemd wezen?
Hij draaide nog een rondje, trok zichzelf dicht bij de paal, hing errond als een slang en herhaalde toen het omgekeerde. Toen liet hij los.
“Nu jij,” zei hij, een beetje hijgend.
“Ok, ok,” zei ze, aangevuurd, “hou jij m’n handtas vast.”
Ze deed een gek soort opstapje, greep naar de paal en zat er tien centimeter naast. Ze viel met een smak op de grond. Gert sloot zijn ogen.

Verder naar deel drie.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten