Over 'Onklare taal'

'Onklare taal' is de verzamelnaam van diverse tekstprojecten van mijn hand. Dit is de poëzieafdeling daarvan. Hier kan je zowel de laatste nieuwe gedichten als ook een selectie van oudere gedichten vinden. De weg een beetje kwijt? Deze link brengt je terug naar de homepage van 'Onklare taal'.

Overigens kan je hier gratis mijn poëziebundels downloaden in PDF-formaat: 'Epicentrum' (2012), 'Synaeresis' (2012), 'Subductie' (2013), 'Enceladus' (2015), 'Volterra' (2017), 'De snelheid van de duisternis' (2019) en 'Indiscrete wiskunde' (2021). Behalve 'Synaeresis', dat één verhalend gedicht is in twee delen, bevatten de anderen telkens een 30-tal geredigeerde en zorgvuldig geselecteerde gedichten, met duiding en een nieuwe indeling. In 2020 verscheen mijn debuutroman 'Fragmentariërs'. In 2023 bracht ik de opvolger 'Constellatie' uit.

dinsdag 15 maart 2011

Desert of the real (V)

5. Landing

Sara had maar een vaag besef van wat er gebeurde. Ze was nog te veel gegrepen door de doffe teleurstelling dat er helemaal niks gebeurd was en ook niks zou gebeuren, toen ze overeind gesleurd werd door Berk. Aan de andere kant van Berks pezige lichaam hield hij Xerox in een houdgreep, en dreef hij hen beiden terug naar de auto. Greet en Tom volgden al roepend – tegen elkaar en tegen Berk, en op de achtergrond werd ook onderling getierd en gescholden.
“Maar hij is gek!”
“Zeg hem dat hij gek is!”
“Hou je mond!”
“You crazy motherfuckers!”
“Get lost!”
“Waar wat laat ...”
“Zwijg!”
“Stop! Stop!”
Op ongeveer tien meter van de auto, waar bij hun aankomst nog enkele andere auto’s rond hadden gestaan, en aan de achterkant van een rotspartij die een eind verwijderd was van het plateau waar ze kwamen, liet Berk Sara en Xerox los.
“Waar was dat voor nodig?” vroeg Xerox, terwijl hij over zijn pijnlijke arm wreef. Zijn ogen stonden vol tranen. Sara deinsde terug. Berks ogen waren erg klein geworden, en zijn handen trilden.
“Godverdomme!” riep hij eerst naar de hemel, en toen keek hij de anderen beurtelings aan.
“We zijn hier voor niets gekomen! Helemaal niets!”
“Moest je daarvoor nu die man in elkaar slaan?” verweet Greet hem. Sara herinnerde zich een kort gevecht, met een oude man die neergeslagen werd.
“Jij moet vooral je mond houden,” siste Berk tegen Greet, “Je bent blij zeker? Je vindt het zeker leuk dat we belogen zijn? Je had wel wat anders gedaan als het allemaal echt geweest was. Als we vannacht contact gemaakt hadden met een beschaving van een andere wereld. Weet je eigenlijk wel wat dat betekent? Een andere wereld? Maar jij moest hier zonodig oppas komen spelen op je lief.”
Greet was nu zelf helemaal rood aangelopen.
“Moet het mij spijten dat ik niet in jullie fantasiewereld geloof? Ik kwam mee om eindelijk eens dit land te zien. Ik heb geen seconde geloofd dat er aliens zouden landen,” zei ze laatdunkend, “Waarom in godsnaam zouden ze, als ze al bestonden, contact zoeken met zo’n hoop losers als die mensen.”
“Als ons, bedoel je,” mengde Xerox zich in de ruzie, “Want dat is wat je vindt van ons, is het niet?”
“Misschien niet,” snauwde Greet terug, “Als jij niet elke dag in Sara’s broek had proberen raken.”
Sara’s ogen verwijdden zich. Ze wist wel al de hele reis dat Xerox op een meer dan vriendschappelijke manier interesse in haar getoond had, maar ze vond hem tegelijk ook zo schadeloos als wat.
“Laat mij hierbuiten,” zei ze, gegêneerd.
“Het is anders wel door jou dat we verjaagd waren uit die bar,” zei Tom, met zijn armen gekruist, maar op een afstand van zijn vriendin, alsof zij de Atlantikwall was en hij het mitrailleurgeschut erachter.
“Dat is niet waar!” zei Sara, die nu pas de enorme vermoeidheid van de voorbije weken tot zich door voelde dringen, “We zijn weggejaagd omdat we ons verdedigden!”
“Het was mijn schuld, ok?” zei Xerox, “Ik neem de verantwoordelijkheid op mij. Ja Sara, ik kon niet verdragen hoe die gluiperige venten je al de hele tijd aan het uitkleden waren met hun ogen, en geen respect voor jou hadden. En Berk heeft de schuld op zich genomen. Sorry, goed? Het spijt me dat ik geloofde in de verhalen van Jim en dat hij ons belogen heeft. En sorry, Tom, dat ik je hierin moest meeslepen.”
Tom liet wat van zijn defensieve houding varen.
“Je bent een enorme idioot, Xerox. Maar deze reis heeft mij doen inzien dat ik tien keer liever op een onbewoond eiland zou zitten met jou,” en hierna draaide hij zich naar Greet, “dan met jou.”
Berk had al een sigaret opgestoken, en grinnikte. Sara voelde zich erg ongemakkelijk.
“O, is dit de afrekening dan? Gaan we het failliet van de reis op mij afschuiven? Ik moet al de hele reis luisteren naar je stomme meningen over Amerikanen en over Amerika. Dat het een dom land is, dat de mensen dom zijn, en dat ze dik zijn, en geen cultuur hebben. Kijk eens naar jezelf. Je verkleedt je in je weekends als trol –“
“Noldorin,” onderbrak Tom haar geërgerd.
“– het maakt niet uit. Je verkleedt je als trol en werkt de ene hamburger na de andere binnen. Je bent zelf dik!”
“Het is anders ook lang geleden dat een weegschaal jou eens de waarheid verteld heeft,”
schampte Tom.
“Dat is anders! Dat is medisch!”
“Jullie zijn echt gênant,” zei Sara. Het was eruit voor ze het wist. Greet en Tom leken bevroren.
Berk haalde diep adem en blies een rookpluim uit.
“Goed,” zei hij, na nog een ademtocht, “Hiermee lossen we niks op.”
“Met geweld ook niet,” vond Sara, “Berk, ik mag je echt graag, maar dat was nergens voor nodig. Ik ben ook teleurgesteld. Ik had ook gehoopt dat het allemaal echt was. Dat ik terug iets kon vinden om in te geloven.”
Berk keek onthutst.
“Tom, Greet – kunnen jullie alsjeblieft wachten met ruziemaken of uit elkaar gaan tot we terug zijn? Het kan me niet schelen dat jullie elkaar niet meer graag zien, maar ik hoef daar geen getuige van te zijn. Ik heb zelf wel iets gehad aan deze reis. Ik vond de autoritten leuk, ik vond het weer aangenaam, ik vond de meeste mensen vriendelijk en ik vond het zelfs leuk toen we panne kregen.”
Sara voelde zich koud.
“Ik vond de Amerikanen erg goed meevallen. We kunnen iets leren van hun vriendelijkheid.”
Tom wou iets zeggen maar schudde zijn hoofd. Sara kon dat echter niet zien, want ze keek naar de rossige ondergrond nu, naar haar bleke schoenen en haast even bleke schenen in het sterrenlicht.
“En nee, Xerox, jij bent niks voor mij. En ik ben niks voor jou. Goed?”
“Waar is Xerox?” vroeg Greet. Haar stem klonk onvast. Sara keek terug op. Xerox was inderdaad verdwenen.
“Hij is toch niet weggelopen?” mompelde Tom.
“Daar is hij,” zei Berk. In de verte kwam Xerox afgerend. Hij zag er volledig afgepeigerd uit. Het licht van zijn smartphone maakte een vaag schijnsel over zijn borst. Toen hij terug bij de groep kwam, leek hij echter herboren.
“We moeten naar huis,” zei hij tussen twee happen adem door.
“Wat is er?” vroeg Berk.
Xerox draaide het scherm van de smartphone naar de groep, die dichter kwam om te kunnen zien wat hij hen wilde tonen.
“Dit zijn beelden van Brussel.”
Het duurde een volle seconden voor iedereen doorhad wat er te zien was.
“Wat is dat?”
“O God. O God,” zei Sara slechts.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten